300 keer grotere pupillen: zo zien katten alles waar wij blind voor blijven
Heb je je ooit afgevraagd hoe een kat de wereld ziet? Spoiler: het is een tikkeltje anders dan hoe wij onze omgeving waarnemen, als we het zacht uitdrukken. Van snorharen tot superoren: katten zijn absoluut niet uitgerust als de gemiddelde mens. Zet je dus even schrap voor een duik in het magische universum van de kattenzintuigen.
Hoe kijken katten naar hun wereld?
Katten en mensen beschikken over dezelfde vijf zintuigen – zien, horen, ruiken, proeven en voelen – maar katten hanteren deze tools net even anders (en in sommige gevallen stukken beter). Daardoor leven ze als absolute kampioenen in een schemerwereld waar wij, met onze luie ogen, haast niks zien.
- Katten gebruiken hun zicht om de omgeving te bespieden én het volgende hapje op te sporen. Toch werken kattenogen fundamenteel anders.
- De hoornvlies van een kat is rond, groot en werkt als een soort fotonstofzuiger: ideaal in schemering of bij weinig licht.
- Hun pupillen? Die zijn verticaal, langgerekt en kunnen zich tot maar liefst 300 keer openen bij donkerte! Wij moeten het doen met een schamele vijftienvoudige vergroting. Tsja, geen wonder dat onze kat ’s nachts feilloos, zonder horten of stoten, uit de vensterbank springt.
Toch hebben katten geen ingebouwde nachtbril: ze hebben wel nog een beetje licht nodig. Maar waar onze nachtvisie begint te knijpen, leeft de kat helemaal op. Miljoenen jaren aan evolutie maakten van katten de perfecte schemer- en ochtendjagers – een soort nachtpiloten zonder brevet.
Wat katten wél (en niet) kunnen zien
- De achterkant van het oog van de kat bevat een laag die tapetum lucidum heet. Niet alleen klinkt dat chic, het zorgt ervoor dat licht dat niet wordt geabsorbeerd opnieuw naar het netvlies wordt weerkaatst. Handig om schaduwen te spotten in de schemering – en het is ook die laag die hun ogen in de nacht zo mysterieus laat oplichten.
- Katten hebben bovendien een grotere perifere visie dan mensen. Tunnels.. euh.. ogen dus!
Is alles rozengeur en maneschijn? Zeker niet. Katten hebben minder kegeltjes (dat zijn de fotoreceptoren die kleuren waarnemen), waardoor de wereld er voor hen minder kleurrijk en minder scherp uitziet. Wat wij van 300 meter ver kunnen zien, kan een kat pas vanaf zo’n zestig meter onderscheiden. Maar ze zien wel haarfijn elke schaduw – ideaal als je professioneel schaduwjager bent.
Gelukkig zijn katten niet het type dat zich hierover druk maakt. Zij reageren vooral op beweging en kunnen prima leven met die beperkt kleurrijke, iets vager beeldkwaliteit.
Oren, neus en snorharen: de rest van het kattenzintuigenarsenaal
- Kattenoren lijken misschien een beetje op kleine, harige schotels. Maar geloof ons: ze kunnen onafhankelijk tot 180 graden draaien! Daarmee vangen katten binnen zes honderdsten van een seconde de bron van geluid op, tot op enkele centimeters nauwkeurig. Dat is sneller dan jij met je ogen knippert.
- Katten horen bovendien subtiele verschillen in geluiden tot op een tiende toon. Hun ultrasonore gehoor is beter dan dat van mensen én honden. Maar dat wil niet zeggen dat ze ineens je Spotify-smaak gaan waarderen. Een experiment in 2015 toonde aan dat katten speciale kattenliedjes (‘Cozmo’s Air’ en ‘Rusty’s Ballad’) verkiezen boven muziek die voor mensen is gecomponeerd. Zo zie je maar: katten hebben zelfs hun eigen hitparade.
- Hun reukzin? Katten komen meteen na de geboorte volledig uitgerust de wereld in met een neus die ongeveer veertien keer beter is dan die van de mens. Waar wij bescheiden met vijf miljoen reukcellen moeten werken, stelt de kat gerust tweehonderd miljoen cellen op scherp.
- Die neus werkt samen met het orgaan van Jacobson, net boven de mond, gekoppeld aan het hersendeel voor seks, eten en sociaal gedrag. Katten tonen soms het ‘flehmen’, waarbij ze hun bovenlip optrekken, om geur nog beter op te vangen en zo bijvoorbeeld prooien op te sporen of voedseltrends in huis te spotten.
- Laten we de snorharen niet vergeten! Vibrissae – een chique woord voor snorharen – zijn langer, dikker en zitten vol zenuwen en bloedvaatjes. Elke snorhaar is even gevoelig als een menselijke vingertop en compenseert het slechte dichtbij-zicht van de kat. Ze pikken minieme luchtbewegingen op, herkennen obstakels en kunnen prooien signaleren waar wij alleen maar lucht ruiken.
Conclusie: een revolutionaire manier van waarnemen
Van een oog dat zich tot 300 keer aanpast, tot een neus die zelfs bij het minste geurtje alarm slaat: katten beleven de wereld op een manier waar wij mensen trots jaloers op mogen zijn. Hun zintuigen zijn specifiek geëvolueerd om te overleven in een halfduister universum, vol bewegingen en subtiele signalen waar wij blind en doof voor blijven.
Dus, de volgende keer dat je kat wat apathisch voor zich uitstaart, kun je gerust weten: hij is waarschijnlijk druk bezig met dingen zien, horen en ruiken waar jij geen idee van hebt. Misschien toch maar eens een snorhaar aanschaffen?